Veelgestelde vragen 'Omgevingswet'

Wet- en regelgeving

Wet- en regelgeving

In de meeste gevallen geldt onder de Omgevingswet de korte voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarmee is de beslistermijn normaliter acht weken, die na een verplichte kennisgeving met zes weken kan worden verlengd. Wanneer er een uitgebreide procedure geldt, is de beslistermijn zes maanden, ook eventueel te verlengen met zes weken.

Het vergunnen van rechtswege wanneer niet aan de beslistermijn wordt voldaan, vervalt onder de Omgevingswet. Wanneer een bestuursorgaan niet op tijd een besluit neemt, kan de initiatiefnemer gebruik maken van de regeling dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen.

Als overheden instrumenten van de Omgevingswet vaststellen, moeten ze aangeven hoe de belanghebbenden betrokken zijn bij de totstandkoming van deze instrumenten. En welke resultaten dat heeft opgeleverd. Gemeenten, provincies en waterschappen moeten ook aangeven hoe ze hun eigen participatiebeleid hebben ingevuld. Er is een uitzondering: bij het aanvragen van een omgevingsvergunning moet juist de aanvrager het initiatief nemen. Die initiatiefnemer moet aangeven of, en zo ja hoe, hij of zij de omgeving betrokken heeft bij zijn plan en wat de resultaten hiervan zijn.

Overheden kunnen al vóór de inwerkingtreding (IWT) van de Omgevingswet hun participatiebeleid opstellen. In een omgevingsvisie, omgevingsplan, omgevingsverordening, waterschap verordening of programma moeten gemeenten, waterschappen en provincies vastleggen hoe zij invulling hebben gegeven aan hun eigen participatiebeleid. Op de webstie van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is er een denkwijzer beschikbaar, die handvatten biedt om tot een participatiebeleid te komen.

Op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) worden een aantal hulpmiddelen ter inspiratie aangeboden die u kunnen helpen bij het organiseren van een participatieproces.

Een omgevingsvisie gaat in op de ontwikkeling, het beheer, het gebruik, de bescherming en het behoud van de fysieke leefomgeving. Zo’n omgevingsvisie is ‘beeldvormend’. Met participatie kunnen overheden bij inwoners of gebruikers van een gebied perspectieven en toekomstbeelden ophalen. Zo kunnen ze hen actief betrekken bij de visie.

In artikel 7.4 van de Omgevingsregeling staat een plicht voor de aanvrager van een omgevingsvergunning om bij de aanvraag aan te geven of de aanvrager aan participatie heeft gedaan en zo ja, hoe de aanvrager aan participatie heeft gedaan en wat de resultaten zijn.
Dit aanvraagvereiste omvat geen verplichting voor de aanvrager om aan participatie te doen. Het antwoord op de eerste vraag hierboven mag dus ook 'nee' zijn. Het bevoegd gezag mag niet weigeren om een aanvraag in behandeling te nemen, omdat er geen participatie is geweest. Ook mag het bevoegd gezag de aanvraag niet buiten behandeling laten, omdat er te weinig participatie is geweest.
Daar is één uitzondering op. De gemeenteraad kan gevallen aanwijzen waarin participatie verplicht is. Dit kan alleen bij een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is (artikel 16.55, lid 7, Omgevingswet). Als de aanvrager bij zo’n aangewezen geval niet of onvoldoende aan participatie heeft gedaan, kan het college de aanvraag buiten behandeling laten. Wel moet het college de aanvrager de gelegenheid geven het gebrek te herstellen (artikel 4:5, Algemene wet bestuursrecht (Awb)).
De wetgever heeft niet bepaald wanneer er sprake is van onvoldoende participatie. Ook heeft de wetgever de keuze voor de vorm van participatie bewust bij de aanvrager gelaten. Maar uit het feit dat het hier gaat om verplichte participatie, volgt dat de uitgevoerde participatie wel enige inhoud moet hebben.
Het eigen participatiebeleid van de betreffende overheid speelt dus een belangrijke rol in de beantwoording van deze vraag.

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) heeft als doel de bouwkwaliteit te verbeteren. De toets vooraf op de bouwplannen wordt vervangen door de toets in de praktijk. Dit gebeurt op de bouwplaats zelf, tijdens het bouwproces. Deze toets in de praktijk wordt (in eerste instantie voor bouwwerken in gevolgklasse 1) door onafhankelijke kwaliteitsborgers uitgevoerd. Daarnaast wordt de aansprakelijkheid van de bouwer vergroot voor bouwfouten.
De Wkb is geen onderdeel van de Omgevingswet, maar heeft hier wel betrekking op.

Onder de Wet kwaliteitsborging (Wkb) toetst een onafhankelijke kwaliteitsborger de bouwplannen. De kwaliteitsborger ziet erop toe dat een bouwwerk bij gereedmelding aan de regels voldoet. Alleen voor meldingsplichtige technische bouwactiviteiten (bouwwerken in gevolgklasse 1), is onder de Wkb een kwaliteitsborger verplicht. Zonder kwaliteitsborger kan er geen bouwmelding gedaan worden. Ook mag er niet begonnen worden met bouwen.
De Wkb is geen onderdeel van de Omgevingswet, maar heeft hier wel betrekking op.

In artikel 2.17, lid 2 van het Bbl staat welke bouwwerken vallen onder gevolgklasse 1:

  • Grondgebonden eengezinswoningen, inclusief nevenfuncties (garage, schuur of kantoor aan huis).
  • Woonboten, inclusief nevenfuncties.
  • Vakantiewoningen.
  • Bedrijfspanden van maximaal 2 bouwlagen (bouwwerk met een industriefunctie), inclusief nevenfuncties zoals een kantoor of een kantine. Het kan zijn dat zo’n bouwwerk dient als nevenfunctie voor een andere gebruiksfunctie. Denk aan (het uitbreiden van) een magazijn bij een winkel. Ook dan valt het magazijn onder gevolgklasse 1 ook al valt de winkel zelf niet onder gevolgklasse 1.
  • Bovengrondse infrastructurele werken voor langzaam verkeer tot maximaal 20 meter lang zoals kleine fiets- en voetgangersbruggen (niet over rijks- of provinciale wegen)
  • Overige bovengrondse bouwwerken die geen gebouw zijn, tot maximaal 20 meter hoog (masten, antennes, et cetera). Waterkerende constructies vallen er niet onder (zoals stuwen en sluizen).

LET OP: er zijn hierop uitzonderingen van kracht.

Omgevingsloket algemeen

Omgevingsloket algemeen

Het Omgevingsloket bevat diverse begrippen en juridische termen. In het Helpcentrum en op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) zijn begrippenlijsten opgenomen.

In het Omgevingsloket vindt u digitale informatie over de fysieke leefomgeving. U kunt hier checken of u uw werkzaamheden mag uitvoeren volgens de Omgevingswet. En of u daarvoor een vergunning nodig hebt, een melding moet doen of informatie moet geven. Ook kunt u de regels bekijken die op een bepaalde locatie gelden. En checken aan welke maatregelen u zich moet houden bij uw werkzaamheden. In Mijn Omgevingsloket vindt u al uw aanvragen en meldingen terug.

Wilt u een vergunning aanvragen, een melding doen of informatie opsturen via het Omgevingsloket? Dan moet u inloggen. Zo ziet de overheid die uw verzoek ontvangt wie u bent.

Nederlandse inwoners kunnen inloggen middels DigiD. Voor Nederlandse bedrijven, overheden en andere organisaties is er eHerkenning beschikbaar. Europese aanvragers kunnen eIDAS gebruiken. Als laatste initiatief, voor initiatiefnemers die geen gebruik kunnen maken van deze systemen, kan er een Omgevingsloket-ID worden aangevraagd.

Het Omgevingsloket -ID is bedoeld voor initiatiefnemers die (tijdelijk) niet in Nederland wonen, geen DigiD aan kunnen vragen en niet in kunnen loggen met eIDAS. Ook organisaties in het buitenland die geen eHerkenning kunnen aanvragen, kunnen gebruik maken van het Omgevingsloket-ID.

U kunt een Omgevingsloket-ID aanvragen via de website van de omgevingswet. Nadat u al uw gegevens hebt ingevuld, ontvangt u binnen één werkdag uw inloggegevens.

Vragen over uw aanvraag of melding kunt u stellen aan de overheidsorganisatie die uw aanvraag beoordeeld. Zij kunnen u ook helpen met vragen over lokaal beleid en andere inhoudelijke vragen. Vragen of opmerkingen over het Omgevingsloket zelf of de werking daarvan, kunt u stellen aan het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) via het vragenformulier. Via het storingenformulier van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) kunt u problemen melden over het Omgevingsloket.

Als initiatiefnemer kunt u een aanvraag in het Omgevingsloket uitbesteden aan een architect, aannemer of een ander gespecialiseerd bedrijf. U laat de aanvraag dan maken en indienen door iemand anders. Dit kan een persoon of organisatie zijn. Daarvoor voegt u in Mijn Omgevingsloket een deelnemer toe met de rol Gemachtigde.

Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk zetten hun juridische regels om naar toepasbare regels voor het Omgevingsloket. Daar zijn deze toepasbare regels te zien als vragenbomen bij de onderdelen Vergunningcheck, Aanvragen en Maatregelen op maat. Voor het onderdeel Aanvragen zijn toepasbare regels verplicht. Zo kunnen initiatiefnemers digitaal een aanvraag indienen.

Bestemmingsplannen maken geen onderdeel meer uit van de Omgevingswet. De bestemmingsplannen zijn onderdeel geworden van het omgevingsplan. Voor het wijzigen van het omgevingsplan kunt u een aanvraag indienen bij de gemeente. Voordat een verzoek voor het wijzigen van een omgevingsplan wordt ingediend wordt sterk aangeraden om hiervoor de mogelijkheden met de gemeente te bespreken. Dit kan bijvoorbeeld via de omgevingstafel.

Vergunningcheck

Vergunningcheck

U kunt via het Omgevingsloket online nagaan of u een vergunning nodig heeft of een melding moet doen. Is dat het geval, dan kunt u via het Omgevingsloket ook de vergunning aanvragen of de melding indienen.

Nee, de Vergunningcheck is niet verplicht. Het is een hulpmiddel om te bepalen of u een vergunning nodig hebt of een melding moet doen. Daarbij is de Vergunningcheck zo ingericht dat het makkelijker is om de juiste activiteit(en) te vinden. Na het doorlopen van de Vergunningcheck, krijgt u de optie om direct een aanvraag of melding te starten. Een aantal gegevens uit de check wordt dan meegenomen in de aanvraag/melding.

Met de Vergunningcheck(Opent andere website in nieuw tabblad) kunt u controleren of u werkzaamheden mag uitvoeren op een bepaalde locatie. En of u daarvoor een vergunning voor moet aanvragen, een melding moet doen of informatie moet opsturen.

Binnen de vergunningcheck moet u een aantal stappen doorlopen. Daarbij kiest u eerst de juiste locatie. Dit kan een adres zijn, maar u kan bijvoorbeeld ook zelf de locatie op een kaart tekenen. Vervolgens geeft u aan welke werkzaamheden u op de locatie wilt uitvoeren. Op basis daarvan moet u een aantal vragen beantwoorden. Dat resulteert in een advies of u voor dit initiatief een vergunning aan moet vragen, een melding moet doen, informatie moet geven of een ander verzoek moet indienen. Wanneer u direct doorgaat met de aanvraag, worden de gegevens die u in de Vergunningcheck heeft ingevoerd, zoveel mogelijk meegenomen in het aanvraagproces.

Inwoners, bedrijven en overheden kunnen met activiteiten de omgeving veranderen. Overheden, zoals een gemeente of waterschap, maken regels voor deze activiteiten. Dit noemen ze juridische activiteiten. De overheid die de regels maakt bepaalt de juridische activiteiten. Als u een vergunning aanvraagt of een melding doet, doet u dat voor een juridische activiteit. In het onderdeel Aanvragen ziet u alleen juridische activiteiten en geen werkzaamheden.
Niet iedereen kent altijd de juridische naam van een activiteit. Het Omgevingsloket gebruikt daarom werkzaamheden en trefwoorden bij de Vergunningcheck en bij Maatregelen op maat. Een werkzaamheid is de beschrijving van een juridische activiteit in begrijpelijke en duidelijke woorden.

U kunt vragen overslaan wanneer u hier het antwoord niet op weet en dit op een ander moment uitzoeken. Zodra u het antwoord heeft gevonden, doet u de Vergunningcheck opnieuw. Zo weet u zeker dat de uitkomst ervan zo goed mogelijk klopt. U kunt ook contact opnemen met de overheidsorgansitie die de vragen heeft gemaakt. Deze staat altijd tussen de haakjes aan het eind van de vraag. Dan kunnen zij u uitleggen wat er wordt bedoeld met de vraag.

Wanneer u een vraag niet kunt beantwoorden, omdat er een antwoordoptie ontbreekt die uw situatie beschrijft, kunt u contact opnemen met de overheidsorganisatie die de vragen heeft gemaakt. Deze staat altijd tussen de haakjes aan het eind van de vraag. Op basis van uw feedback kunnen zij hun vragen verbeteren.

De Vergunningcheck geeft u inzicht of u een vergunning moet aanvragen, een melding moet doen, informatie moet geven of een ander verzoek moet indienen. Als u vragen heeft over deze uitkomst, kunt u contact opnemen met de overheid die uw aanvraag beoordeelt. In de uitkomst van de Vergunningcheck wordt aangegeven of dit uw gemeente, waterschap, provincie of de Rijksoverheid is.

Voordat een initiatiefnemer een aanvraag indient middels het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), heeft hij of zij de mogelijkheid om een omgevingsoverleg aan te vragen. Zonder daadwerkelijk de aanvraag te doen, kan de initiatiefnemer diens plannen dan met het bevoegd gezag bespreken. Daarvoor moet een bevoegd gezag wel hebben ingesteld dat omgevingsoverleggen aangevraagd kunnen worden. In dit overzicht met vragen en antwoorden kan niet voor iedere activiteit en voor ieder bevoegd gezag worden beantwoord of een omgevingsoverleg wel of niet mogelijk is. Vanuit dit overzicht kan de initiatiefnemer alleen worden geadviseerd om de stappen voor een vergunningaanvraag te doorlopen. U kunt als bevoegd gezag wel vaststellen welke vergunningaanvragen u het vaakst ontvangt of over welke werkzaamheden u de meeste vragen krijgt, om vervolgens die informatie op uw website te plaatsen of voor die situaties een standaardantwoord te formuleren. Binnen onze gemeente kan een initiatiefnemer een plan aanmelden voor de omgevingstafel.

De beschikbare werkzaamheden en trefwoorden in het Omgevingsloket worden centraal bijgehouden door het Contentbeheerteam van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Ze worden goedgekeurd door de koepels (de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Unie van Waterschappen (UvW), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het Rijk). Lokale overheden bepalen echter zelf welke werkzaamheden zij koppelen aan juridische activiteiten.

In het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) zijn trefwoorden opgenomen voor de werkzaamheden. Wanneer u als initiatiefnemer op deze woorden zoekt in het Omgevingsloket, vindt u deze werkzaamheid. Bij het invoeren van een zoektermen, worden er ook zoeksuggesties gedaan om u te helpen zoeken. Tijdens de Vergunningcheck en bij Maatregelen op maat worden ook gerelateerde werkzaamheden getoont. Dit zijn werkzaamheden die vaak worden gedaan in combinatie met de geselecteerde werkzaamheden.

U kunt geen rechten ontlenen aan de uitkomst van de Vergunningcheck. De uitkomst hangt af van antwoorden die u zelf geeft. Als informatie in die antwoorden niet klopt, kan het zijn dat de uitkomst van de Vergunningcheck ook niet klopt. Heeft u iets verkeerd ingevuld in de Vergunningcheck? Doe de check dan opnieuw.
Heeft u alles juist ingevuld en is de uitkomst van de Vergunningcheck dat u geen vergunning nodig heeft? Maar zegt bijvoorbeeld uw gemeente of waterschap dat u die toch nodig heeft? Dan moet u de vergunning alsnog aanvragen.
Twijfelt u aan de uitkomst van de Vergunningcheck? Neem dan contact op met de overheid controleert welke regels er gelden voor uw plannen. Dit is vaak uw gemeente of waterschap.

Aanvragen

Aanvragen

De Omgevingswet is er om ervoor te zorgen dat uw omgeving veilig, schoon, mooi en gezond blijft. Daarom mag u niet zomaar iets veranderen aan uw omgeving. In sommige gevallen moet u eerst toestemming vragen aan bijvoorbeeld uw gemeente of waterschap, of moet u informatie geven over wat u gaat doen en wanneer. De gemeente of het waterschap vertelt u dan of u de werkzaamheden mag uitvoeren.

Vanuit het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) wordt aangeraden om eerst de Vergunningcheck te doorlopen en vervolgens de benodigde aanvragen in te dienen via het Omgevingsloket. Het kan echter zijn dat u als bevoegd gezag ook andere processen heeft ingericht. Zo heeft een initiatiefnemer altijd de mogelijkheid om een papieren aanvraag in te dienen. Hoe die processen zijn ingericht, verschilt per bevoegd gezag. Hiervoor kunt u dus zelf een standaardantwoord formuleren.

Voordat u een aanvraag of een melding indient, kunt u eerst een omgevingsoverleg aanvragen. Het omgevingsoverleg is een proces om waarin u plannen met uw overheid kunt bespreken. Doorloop daarbij de stappen om een aanvraag in te dienen. Voor u de aanvraag daadwerkelijk indient kunt u voor de activiteiten waarvoor het bevoegd gezag een omgevingoverleg heeft ingesteld, een omgevingoverleg aanvragen.

Als u bij het indienen van een aanvraag niet de juiste activiteit kunt vinden, kunt u de Vergunningcheck doorlopen. De Vergunningcheck gaat uit van werkzaamheden, wat vertalingen van activiteiten zijn in meer begrijpelijke woorden. Daarmee is het makkelijker om de juiste activiteit te vinden.
Echter, niet alle activiteiten en werkzaamheden staan in het Omgevingsloket. Bijvoorbeeld omdat voor sommige activiteiten is namelijk afgesproken dat het aanvragen van een vergunning niet via het Omgevingsloket gaat. Ook zijn er activiteiten die niet helemaal onder de Omgevingswet vallen. Dat deel van uw aanvraag kunt u dan ook niet via het Omgevingsloket indienen.

Een bestand mag niet groter zijn dan 250 MB en de naam van het bestand mag alleen de volgende tekens bevatten: het standaard Nederlands alfabet, cijfers (0-9), een verbindingsstreepje of een laag streepje. Andere tekens zijn niet toegestaan. Welk type bestand wordt geaccepteerd, kan per bevoegd gezag verschillen. Neem daarom bij twijfel contact op met de betreffende overheidsorganisatie.

Via het Omgevingsloket kunt u een vergunning aanvragen of een melding doen voor uw project. Wanneer u dat zelf doet voor een eigen project, heet u in het Omgevingsloket de initiatiefnemer. U kunt ook iemand anders vragen om namens u in te dienen. Diegene wordt dan de gemachtigde genoemd.

Binnen zes weken nadat een besluit genomen is over uw vergunningaanvraag, kunt u bezwaar maken. Ook andere mensen mogen die periode gebruiken om bezwaar te maken. Daarom wordt u aangeraden om pas na deze zes weken te beginnen met uw werkzaamheden. De overheid heeft zes weeken om te reageren op een bezwaar.

Wanneer u het niet eens bent met het besluit op dat bezwaar, kunt u nog in beroep gaan. In een beroepsprocedure geeft de rechter een oordeel over een besluit van de overheidsorganisatie.

Het omgevingsoverleg komt in plaats van het vooroverleg. Voordat u als initiatiefnemer een aanvraag of melding indient, kunt u ervoor kiezen om een omgevingsoverleg aan te vragen. In het omgevingsoverleg bespreekt u met het bevoegd gezag hoe haalbaar uw plan is en wat de beste manier is om het plan uit te voeren.
Het omgevingsoverleg heeft geen juridische status en is geen onderdeel van de wettelijke procedure. De wettelijke procedure start pas als u als initiatiefnemer een aanvraag of melding indient.

In het nieuwe Omgevingsloket staan aanvragen en meldingen in Mijn Omgevingsloket. Daar staan ze onder Mijn projecten. Als initiatiefnemer kunt u hier uw projecten in één overzicht terugvinden en beheren. Voor vragen over de status van uw aanvraag, kunt u zich het beste richten tot het betreffende bevoegd gezag.

Voor vragen over de status van uw aanvraag, kunt u zich het beste richten tot het betreffende bevoegd gezag.

Wanneer u een aanvraag heeft ingediend via het Omgevingsloket, ontvangt u berichten over uw aanvraag van de overheid die uw aanvraag behandelt. In sommige gevallen krijgt u ook een ontvangstbevestiging van het Omgevingsloket.
De overheid die uw aanvraag behandelt bepaalt zelf hoe ze berichten naar u stuurt. Ze kunnen u bijvoorbeeld mailen, een brief sturen of berichten sturen via de Berichtenbox van Mijn Overheid.
Wanneer u bent ingelogd met DigiD en gebruik maakt van de Berichtenbox van Mijn Overheid, ontvangt u in die Berichtenbox een ontvangstbevestiging van het Omgevingsloket. Ook als u wijzigingen doet, krijgt u bericht in de Berichtenbox. Indien u geen gebruik maakt van de Berichtenbox, kunt u na het indienen van uw aanvraag, onderaan de pagina een PDF-bestand van uw aanvraag downloaden.

U moet als initiatiefnemer voor sommige activiteiten in de leefomgeving een melding doen of informatie geven aan de overheid. Dit moet voor de meeste activiteiten minimaal vier weken voor de start of de verandering. Soms geldt een andere termijn voor deze meldingsplicht of informatieplicht. Op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) vindt u meer informatie over deze termijnen.

Nadat u een vergunningaanvraag heeft ingediend via het Omgevingsloket, kunt u deze in het Omgevingsloket ook aanvullen. Een aanvulling kan nodig zijn omdat uw overheid meer informatie nodig heeft, of omdat u zelf iets wil toevoegen.

Voordat u een aanvraag of melding indient, kunt u ervoor kiezen om een omgevingsoverleg aan te vragen. In het omgevingsoverleg bespreekt uw overheid met u hoe haalbaar uw plan is en wat de beste manier is om het plan uit te voeren.
Het omgevingsoverleg heeft geen juridische status en is geen onderdeel van de wettelijke procedure. De wettelijke procedure start pas als de initiatiefnemer een aanvraag of melding indient.

In dit overzicht met vragen en antwoorden kan niet voor iedere activiteit en voor ieder bevoegd gezag worden beantwoord welke leges er van toepassing zijn. U kunt als bevoegd gezag wel vaststellen welke vergunningaanvragen u het vaakst ontvangt of over welke werkzaamheden u de meeste vragen krijgt, om vervolgens die informatie op uw website te plaatsen of voor die situaties een standaardantwoord te formuleren. Op www.oude-ijsselstreek.nl/legestarieven vindt u meer informatie over de leges

Regels op de kaart

Regels op de kaart

Regels op de kaart vervangt ruimtelijkeplannen.nl
Regels op de kaart is een onderdeel van het Omgevingsloket en is ontwikkeld ter ondersteuning van de Omgevingswet. Met de Omgevingswet worden de wetten voor de leefomgeving samengevoegd en gemoderniseerd. Daaronder valt ook de oude Wet ruimtelijke ordening.
Ruimtelijkeplannen.nl bestaat al sinds 2010. U vindt er bestemmingsplannen, structuurvisies en algemene regels die zijn gemaakt door gemeenten, provincies en het Rijk. Deze zijn digitaal beschikbaar gesteld vanwege de Wet ruimtelijke ordening.

Met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket kunt u regels en informatie over de leefomgeving bekijken. De regels van alle overheden staan bij elkaar. De overheden zijn gemeenten, provincies, het Rijk en de waterschappen.

Maatregelen op maat

Maatregelen op maat

In het onderdeel Maatregelen op maat in het Omgevingsloket vindt u de maatregelen die u moet nemen bij werkzaamheden die u wilt uitvoeren. Bij het doorlopen van Maatregelen op maat wordt er geen aanvraag of melding ingediend. U krijgt een overzicht van de maatregelen die u moet nemen om uw werkzaamheid uit te mogen voeren. Dit hulpmiddel is vooral bedoeld voor overheden en het bedrijfsleven.

Maatregelen op maat is vooral bedoeld voor overheden en het bedrijfsleven. U kunt als inwoner Maatregelen op maat ook gebruiken, maar vraagt wel enige kennis van de werkzaamheden. We raden u aan om eerst de Vergunningscheck te doen.

Na het invullen van de vragen in het onderdeel Maatregelen op maat in het Omgevingsloket kunt u een overzicht downloaden met de maatregelen die u moet nemen. Deze maatregelen zijn gebaseerd op de wetten en regels die gelden voor de door u aangegeven werkzaamheden.

Plannen en Toepasbare Regels

Plannen en Toepasbare Regels

Het is als overheid mogelijk om afbeeldingen en video's op te nemen in uw toepasbare regels op te nemen. Daarmee kunt u de toepasbare regels duidelijker maken. Die afbeeldingen en video's moeten wel van een betrouwbare bron zijn.

De Landelijke Redactie Standaardteksten Omgevingsvergunningen (LRSO) hebben in samenwerking met het programma Aan de Slag (AdS) met de Omgevingswet (OW) standaardteksten opgeseld voor omgevingsvergunningen voor mileu. Deze teksten voor omgevingsvergunningen milieu zijn beschikbaar voor vergunningverleners en vakspecialisten van alle omgevingsdiensten op het platform van LRSO op Kennisnet.

Het omgevingsplan bevat algemene regels van de gemeente voor de fysieke leefomgeving. Iedere gemeente heeft 1 omgevingsplan onder de Omgevingswet. De bestemmingsplannen van uw gemeente en een aantal regels die vanuit het Rijk worden overgedragen aan gemeenten (= Bruidsschat) worden per 1 januari 2024 omgevormd tot een tijdelijk omgevingsplan. Een omgevingsplan bevat op termijn niet alleen informatie over de bestemming van een plek. Het omvat ook regels voor geluid, bodem – en soms ook voor zaken als energiemaatregelen en duurzaamheid. Tijdens de overgangsfase gaat de gemeente de ‘oude’ bestemmingsplanregels en de regels vanuit de Bruidsschat omzetten naar één omgevingsplan voor het gehele grondgebied van de gemeente. De overgangsfase duurt tot 2032.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een online tool ontwikkeld om aan de hand van een aantal vragen te komen tot een omgevingsplan.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een online tool ontwikkeld waarmee gemeenten tot een eenduidige begrippenlijst voor het omgevingsplan kunnen komen.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een aantal staalkaarten ontwikkeld voor het omgevingsplan. Staalkaarten geven weer hoe een specifiek onderwerp geregeld kan worden in het omgevingsplan, binnen de daarvoor geldende wettelijke eisen op grond van de Omgevingswet. Een staalkaart dient enerzijds ter inspiratie en anderzijds als een representatief voorbeeldmodel van een omgevingsplan. Het zijn dus géén modelverordeningen, maar ze laten wel mogelijkheden zien hoe zaken in het omgevingsplan geregeld kunnen worden. 

Als overheid moet u toepasbare regels maken voor het Omgevingsloket. U kunt daar hulp bij krijgen van het programma Aan de Slag (AdS) met de Omgevingswet (OW). Ook softwareleveranciers en dienstenleveranciers kunnen u helpen. Daarbij is het bij het opstellen van toepasbare regels om samen te werken met andere overheden in uw regio. Dit kunt u doen via een regionale interbestuurlijke werkgroep.

Als overheid moet u bij de inwerkingtreding (IWT) van de Omgevingswet, toepasbare regels kunnen maken. Ook moet u ze kunnen aanleveren bij het Omgevingsloket. Als gemeente of waterschap hoeft u niet alles zelf te doen. Veel van uw toepasbare regels krijgt u namelijk via de bruidsschat. Om uw huidige dienstverleningsniveau te houden, moet u wel zelf ook toepasbare regels maken. Er zijn dan ook enkele minimale eisen gedefinieerd.

Vanuit het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is er een schrijfwijzer beschikbaar gesteld voor toepasbare regels. Daarin staan onder andere tips voor taalniveau B1 en een vakwoordenboek, met daarin woorden die u kunt gebruiken om ingewikkelde woorden te vervangen.

Op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) wordt uitgebreid beschreven hoe een toelichting kan worden toegevoegd aan een toepasbare regel om deze te verduidelijken. Daarbij worden ook een aantal concrete tips gegeven.

Missende onderdelen van toepasbare regels in het Omgevingsloket van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) kunnen zorgen voor verschillende foutmeldingen. In sommige gevallen kunnen initiatiefnemers zelfs helemaal geen aanvraag indienen of vergunningcheck doen. Er zijn verschillende foutscenario’s, elk met een oplossing. Deze worden allemaal beschreven op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO).

Op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) staan de regels die in de bruidschat zijn opgenomen voor het omgevingsplan. Tevens vindt u daar een toelichting op deze regels.

Op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) staan de regels die in de bruidsschat zijn opgenomen voor de waterschap verordening. Tevens vindt u daar een toelichting op deze regels.

Beheer en implementatie

Beheer en implementatie

Wanneer het Omgevingsloket niet bereikbaar is of er anderszins sprake is van een storing in de landelijke voorziening, zal er een servicebanner of een foutmelding worden getoond. Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) houdt ook een pagina bij met actuele storingen en informatie over het verhelpen hiervan. Indien u zelf een storing constateert, kunt u dit melden bij het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) via het storingformulier.

De standaardinstelling voor een gemeente is dat Omgevingsoverleg voor alle activiteiten niet is toegestaan.
Voor een waterschap is de standaardinstelling dat Omgevingsoverleg voor alle activiteiten is toegestaan.
Voor een provincie en het Rijk is de standaardinstelling dat Omgevingsoverleg alleen is toegestaan voor vergunningen.

U stelt Omgevingsoverleg in voor een activiteit door met de regelsoftware dat in de functionele structuur van de Registratie toepasbare regels (RTR) aan te vinken.

Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) houdt op haar website een onderhoudskalender bij van het geplande onderhoud aan het Digitaal Stelsel Omgevingswet.

Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) houdt op haar website een overzicht bij van bekende problemen (known issues) binnen het Digitaal Stelsel Omgevingswet.

Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) houdt op haar website een overzicht bij van bekende problemen (known issues) binnen het Digitaal Stelsel Omgevingswet die inmiddels zijn opgelost.

Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) publiceert op haar website de releasenotes, waarin u kunt terugvinden welke verbeteringen en wijzigingen zijn doorgevoerd in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) houdt op haar website een overzicht bij met daarin een selectie van de wensen voor doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Indien u zelf andere wensen heeft voor doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet, kunt u deze bij het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) melden middels het vragenformulier op haar website.

Tijdelijke alternatieve maatregelen (TAM)

Tijdelijke alternatieve maatregelen (TAM)

Een tijdelijke alternatieve maatregel (TAM) vormt een tijdelijk vangnet voor overheden en uitvoeringsorganisaties. Deze moeten er bijvoorbeeld voor zorgen dat de dienstverlening aan inwoners en bedrijven na de inwerkingtreding van de Omgevingswet op voldoende niveau blijft. Het zijn tijdelijke alternatieve werkwijzen waarop het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) kan worden gebruikt, terwijl er op bepaalde plekken nog functionaliteit ontbreekt in het stelsel.

Op dit moment zijn er drie tijdelijke alternatieve maatregelen (TAM's) beschikbaar. Dat zijn de TAM-IMRO, TAM-Behandeldiensten en de TAM gerelateerde verzoeken.

Door de Tijdelijke Alternatieve Maatregel (TAM) Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO) is het mogelijk om via de IMRO-standaard en de bestaande voorziening Ruimtelijke Plannen het omgevingsplan te wijzigen voor urgente gebiedsontwikkeling. Deze TAM is bedoeld voor overheden waarvan de software nog niet werkt via de standaarden van de Omgevingswet.

Door de Tijdelijke Alternatieve Maatregel (TAM) Behandeldiensten is het mogelijk om de routering van vergunningen en meldingen naar behandeldiensten in te stellen. Deze TAM is bedoeld voor overheden bij wie deze functionaliteit in de lokale software ontbreekt.

Door de Tijdelijke Alternatieve Maatregel (TAM) gerelateerde verzoeken is het voor overheden en omgevingsdiensten mogelijk om op basis van het verzoeknummer van een aanvraag de gerelateerde aanvragen in hetzelfde gebied te tonen. Deze TAM is bedoeld voor overheden bij wie deze functionaliteit in de lokale software ontbreekt.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een aantal vragen en antwoorden uitgewerkt voor gemeenten over het gebruik van de TAM-IMRO.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een bijsluiter opgesteld voor de TAM-IMRO, waarin gemeenten handvatten worden aangereikt voor het gebruik van deze tijdelijke alternatieve maatregel (TAM). Daarin worden onder ander verschillende varianten van de implementatie van de TAM-IMRO besproken en zijn er een aantal werkinstructies uitgewerkt.

De TAM-IRMO is gepositioneerd als een tijdelijke maatregel die op dit moment beperkt is tot het eerste jaar na inwerkingtreding (IWT) van de Omgevingswet.

De TAM-Behandeldiensten zal worden uitgefaseerd per 1 juni 2023.

Door Tijdelijke Alternatieve Maatregel (TAM) instellen Omgevingsoverleg is het voor gemeenten mogelijk om de instellingen van het vooroverleg aan te laten passen door het programma Aan de Slag (AdS) met de Omgevingswet (OW). Deze TAM is bedoeld voor gemeenten, maar ook beschikbaar voor andere bevoegd gezagen, bij wie deze functionaliteit in de lokale software ontbreekt.

De TAM instellen Omgevingsoverleg kan vanaf twee maanden voor de inwerkingtreding (IWT) worden ingezet en blijft dan tot een half jaar na inwerkingtreding (IWT) beschikbaar.